Uit de onderzoeken kwam naar voren dat met name antioxidanten en een mediterraan voedingspatroon een positieve invloed hebben op de lengte van de telomeren.
Antioxidanten is een verzamelnaam voor stoffen als vitamines E en C, spoorelementen zoals seleen en bioactieve stoffen, zoals aanwezig in groente en fruit. Antioxidanten vangen vrije radicalen weg. Dit zijn agressieve stoffen die in ongunstige gevallen schade kunnen geven aan cellen en weefsels.
Orthomoleculair natuurgeneeskundige Rineke Dijkinga beschrijft op haar website hoe een mediterraan voedingspatroon eruit ziet:
- arm aan verzadigde vetzuren/transvetzuren en rijk aan onverzadigde vetten uit met name olijfolie, olijven en omega 3-vetzuren (zoals ansjovis, sardines en zuivel van loslopende schapen);
- dagelijks noten en zaden en regelmatig een avocado;
- dagelijks ruime hoeveelheden groenten en fruit;
- ongeraffineerde (dus vezelrijke) granen, graanproducten en peulvruchten;
- zuivelproducten (weinig) met name in de vorm van yoghurt en een beetje kaas;
- voldoende drinken/vocht;
- rode wijn (met mate). Bij de maaltijd, dus niet vooraf of tussendoor. Twee glazen per dag blijkt een positief effect op de bloeddruk te hebben, meer dan twee glazen een negatief effect;
- weinig zout, maar veel kruiden als basilicum, oregano en tijm. Het zout dat gebruikt wordt, is van goede kwaliteit, bijvoorbeeld Keltisch zeezout;
- matig zoetwaren, met name fruit en geen geraffineerde witte suikers of industriële fructose;
- maximaal twee keer per week rood vlees.
In mindere mate kwam uit de onderzoeken naar voren dat de volgende voedingsmiddelen en inhoudsstoffen een positieve werking kunnen hebben:
- Carotenoïden, dit zijn natuurlijke kleurstoffen die niet door het menselijk lichaam worden geproduceerd en die verantwoordelijk zijn voor de gele, oranje en rode kleuring van veel voedingsmiddelen. Een belangrijke carotenoïde is betacaroteen. Deze kan worden omgezet in vitamine A en wordt gevonden in oranje en/of gele groenten en fruit zoals wortels, pompoenen, mango’s en perziken en in donkergroene bladgroenten als andijvie, boerenkool en spinazie.
- Zaden, noten, volle granen en koffie zijn (met mate) bevorderlijk.